Wanneer we aan Bach denken, denken we niet direct aan balletmuziek. Wat ons wel meestal te binnenschiet, is zijn religieuze muziek. Het is juist op dit religieuze aspect dat vaak de nadruk wordt gelegd als we luisteren naar de muziek van de grootmeester. Toch is Benjamin Millepied, die voor het eerst een avondvullend programma op poten heeft gezet, op vraag van Sidi Larbi Cherkaoui, erin geslaagd om de relatie tussen "beweging" en de vaak mathematisch erg "correcte" muziek van Bach te benadrukken. We ontdekken doorheen zijn choreografie hoe bevrijdend het kan zijn om te bewegen op muziek die in eerste instantie niet bedoeld is om op te dansen.
De rode draad in deze voorstelling is, zoals de titel het doet vermoeden, muziek van Bach. Het openingskoor van de Mattheüspassie opent de voorstelling. Imposante muziek die door de dansers uitgebeeld wordt met statige bewegingen. Soms staat de choreografie volledig stil en lijken we in die stilstand de uitbeelding van enkele barokschilderijen te zien: de Kruisafneming en de Kruisoprichting van Rubens maar ook een pietà, waarbij de lijdende Christus vervangen wordt door een vrouw, op de schoot van een man...
De vioolsolo, gespeeld door Eric Crambes, sluit aan op de verstilling van de choreografie in het eerste deel. Eén viool met de partita nr 2, en een choreografie vol vloeiende bewegingen bij de dansers. Het creëert een mooi effect, het lijkt alsof de dansers drijven op de muziek die voorbij zweeft, en het is iets wat ik op het eerste zicht nooit in gedachten zou hebben bij het luisteren naar deze partita: het feit dat er op gedanst kan worden... De dans benadrukt de muziek, maar de dansers gaan de emoties in de muziek ook uitbeelden. Grote bewegingen worden afgewisseld met een gedetailleerde choreografie van bijvoorbeeld de voeten. Dans en muziek zijn evenwaardig, geen van beiden worden door mekaar overstemd. Dat is goed omdat de kijker dan niet afgeleid wordt door één van de twee. Daarenboven is de belichting van UVA (United Visual Artists) een van de troeven van deze producties. In het programmaboek lees ik dat de artiesten van dit collectief zich lieten inspireren door de composities van Bach enerzijds, maar ook door instrumenten zoals de metronoom. Het "metronomisch" aspect van de tijd, de regelmatigheid ervan wordt weergegeven in de beweging van de lichten. De belichting wekt een continuüm op, een soort tijdloosheid. En dat vinden we ook terug in de kostumering van Alessandro Sartori. Een tijdloos design in zwart en wit zorgt ervoor dat de schijnbaar eenvoudige, vloeiende bewegingen niet gehinderd worden door ingewikkelde modieuze creaties. Eenvoud is het codewoord, in zowel beweging als kledij, als muziek. We worden niet afgeleid door teveel bombastische kostuums. Bij Bach is wel geweten dat de "eenvoudige" perfectie vaak ingewikkelde mathematische constructies bevatte, en dat hij niets aan het toeval overliet. Hier en daar krijgen we enkele klassiek balletbewegingen voorgeschoteld (een mooie entrechat, bijvoorbeeld), waarbij ik me niet van de indruk kan ontdoen dat Millepied een brug wil slaan tussen klassiek en hedendaags.
De Passacaglia en Fuga in c voor orgel worden gekozen als finale voor deze voorstelling. De kostumering is nog steeds wit en zwart, met verwijzingen naar de kledij van geestelijken, de priestersoutane, of het klassieke habijt met scapulier van kloosterlingen. Net als de Fuga, is de choreografie wervelender, drukker, hedendaagser dan al wat is voorgegaan in de voorstelling. Het is hier moeilijker om een lijn te trekken in het geheel, en een deel lijkt wel geïmproviseerd. In elk geval: ook hier komt de symbiose tussen muziek en beweging tot zijn recht.
Ik heb deze voorstelling meerdere keren gezien, met verschillende casts. Ik sta weerom versteld van enkele dansers. Philipe Lens springt in het oog met het explosieve enthousiasme dat we van hem gewend zijn. Hij is duidelijk "in shape" en de continuïteit in zijn beweging geeft me de indruk dat hij eigenlijk nooit "stopt" met dansen. Elke beweging vloeit naadloos over in de volgende. Een absolute topprestatie! Hetzelfde voor Lara Fransen. Ze blijft een van mijn topfavorieten in een repertoire dat voor haar geknipt is, haar inlevingsvermogen en typische bewegingstaal blijven een ongelooflijk plezier om naar te kijken. Brent Daneels die in de andere cast dezelfde rol danst als Philipe Lens, grijpt me bij de keel met zijn interpretatie. Eén brok power! Bravo voor Brent! Eerste solist Matt Foley overtuigt zoals steeds, net zoals Claudio Cangialosi, maar uiteraard ook Mikio Kato (topdanser, wat een talent, hij blijft zichzelf verbeteren!) en Teun van Roosmalen (goede wijn behoeft geen krans, zijn soepelheid doet me versteld staan!).
Deze productie is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Kostumering, belichting en choreografie vormen een mooie geheel. Daar waar het deel voor de pauze nog redelijk ingetogen bleef, krijgen we na de pauze een wervelende finale voorgeschoteld die toch wel overtuigt. Millepied wil een duidelijke lijn creëren richting deze finale. Daar waar het deel voor de pauze het meest lijkt op een "Studie" zoals de titel van de voorstelling het ook aanhaalt, krijgen we na de pauze meer vrijheid te zien bij de dansers. Ik heb dan ook de indruk dat het deel na de pauze hen beter ligt, gezien ze er meer hun ei in kwijtkunnen.
Interessant om te zien dat Bach zo blijft inspireren. En dat "context" niet per se vastligt. Wat ik in een kerk zou verwachten, zag en hoorde ik nu op een balletpodium. Dat is kunst: in staat zijn te beroeren zonder teveel franje.
![]() |
(c) Filip Van Roe |
De rode draad in deze voorstelling is, zoals de titel het doet vermoeden, muziek van Bach. Het openingskoor van de Mattheüspassie opent de voorstelling. Imposante muziek die door de dansers uitgebeeld wordt met statige bewegingen. Soms staat de choreografie volledig stil en lijken we in die stilstand de uitbeelding van enkele barokschilderijen te zien: de Kruisafneming en de Kruisoprichting van Rubens maar ook een pietà, waarbij de lijdende Christus vervangen wordt door een vrouw, op de schoot van een man...
De vioolsolo, gespeeld door Eric Crambes, sluit aan op de verstilling van de choreografie in het eerste deel. Eén viool met de partita nr 2, en een choreografie vol vloeiende bewegingen bij de dansers. Het creëert een mooi effect, het lijkt alsof de dansers drijven op de muziek die voorbij zweeft, en het is iets wat ik op het eerste zicht nooit in gedachten zou hebben bij het luisteren naar deze partita: het feit dat er op gedanst kan worden... De dans benadrukt de muziek, maar de dansers gaan de emoties in de muziek ook uitbeelden. Grote bewegingen worden afgewisseld met een gedetailleerde choreografie van bijvoorbeeld de voeten. Dans en muziek zijn evenwaardig, geen van beiden worden door mekaar overstemd. Dat is goed omdat de kijker dan niet afgeleid wordt door één van de twee. Daarenboven is de belichting van UVA (United Visual Artists) een van de troeven van deze producties. In het programmaboek lees ik dat de artiesten van dit collectief zich lieten inspireren door de composities van Bach enerzijds, maar ook door instrumenten zoals de metronoom. Het "metronomisch" aspect van de tijd, de regelmatigheid ervan wordt weergegeven in de beweging van de lichten. De belichting wekt een continuüm op, een soort tijdloosheid. En dat vinden we ook terug in de kostumering van Alessandro Sartori. Een tijdloos design in zwart en wit zorgt ervoor dat de schijnbaar eenvoudige, vloeiende bewegingen niet gehinderd worden door ingewikkelde modieuze creaties. Eenvoud is het codewoord, in zowel beweging als kledij, als muziek. We worden niet afgeleid door teveel bombastische kostuums. Bij Bach is wel geweten dat de "eenvoudige" perfectie vaak ingewikkelde mathematische constructies bevatte, en dat hij niets aan het toeval overliet. Hier en daar krijgen we enkele klassiek balletbewegingen voorgeschoteld (een mooie entrechat, bijvoorbeeld), waarbij ik me niet van de indruk kan ontdoen dat Millepied een brug wil slaan tussen klassiek en hedendaags.
De Passacaglia en Fuga in c voor orgel worden gekozen als finale voor deze voorstelling. De kostumering is nog steeds wit en zwart, met verwijzingen naar de kledij van geestelijken, de priestersoutane, of het klassieke habijt met scapulier van kloosterlingen. Net als de Fuga, is de choreografie wervelender, drukker, hedendaagser dan al wat is voorgegaan in de voorstelling. Het is hier moeilijker om een lijn te trekken in het geheel, en een deel lijkt wel geïmproviseerd. In elk geval: ook hier komt de symbiose tussen muziek en beweging tot zijn recht.
Ik heb deze voorstelling meerdere keren gezien, met verschillende casts. Ik sta weerom versteld van enkele dansers. Philipe Lens springt in het oog met het explosieve enthousiasme dat we van hem gewend zijn. Hij is duidelijk "in shape" en de continuïteit in zijn beweging geeft me de indruk dat hij eigenlijk nooit "stopt" met dansen. Elke beweging vloeit naadloos over in de volgende. Een absolute topprestatie! Hetzelfde voor Lara Fransen. Ze blijft een van mijn topfavorieten in een repertoire dat voor haar geknipt is, haar inlevingsvermogen en typische bewegingstaal blijven een ongelooflijk plezier om naar te kijken. Brent Daneels die in de andere cast dezelfde rol danst als Philipe Lens, grijpt me bij de keel met zijn interpretatie. Eén brok power! Bravo voor Brent! Eerste solist Matt Foley overtuigt zoals steeds, net zoals Claudio Cangialosi, maar uiteraard ook Mikio Kato (topdanser, wat een talent, hij blijft zichzelf verbeteren!) en Teun van Roosmalen (goede wijn behoeft geen krans, zijn soepelheid doet me versteld staan!).
Deze productie is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Kostumering, belichting en choreografie vormen een mooie geheel. Daar waar het deel voor de pauze nog redelijk ingetogen bleef, krijgen we na de pauze een wervelende finale voorgeschoteld die toch wel overtuigt. Millepied wil een duidelijke lijn creëren richting deze finale. Daar waar het deel voor de pauze het meest lijkt op een "Studie" zoals de titel van de voorstelling het ook aanhaalt, krijgen we na de pauze meer vrijheid te zien bij de dansers. Ik heb dan ook de indruk dat het deel na de pauze hen beter ligt, gezien ze er meer hun ei in kwijtkunnen.
Interessant om te zien dat Bach zo blijft inspireren. En dat "context" niet per se vastligt. Wat ik in een kerk zou verwachten, zag en hoorde ik nu op een balletpodium. Dat is kunst: in staat zijn te beroeren zonder teveel franje.
Reacties
Een reactie posten