Jan Lisiecki heeft in de loop der jaren al bewezen dat hij een groot pianist is. Door onlangs het tweede pianoconcerto van Rachmaninov toe te voegen aan zijn palmares, geeft hij het publiek een mooi cadeau. Dit concerto, dat ik persoonlijk bij de mooiste stukken muziek reken die ik ken, is niet voor iedereen weggelegd. De moeilijke partituur doorgronden is één. Er een eigen interpretatie aan geven is twee. Lisiecki slaagt erin een heel persoonlijke draai aan te geven, en verbaast het publiek met zijn interessante lezing van Rachmaninov. Samen met het Australian Youth Orchestra en maestro Krzysztof Urbański, geeft Jan Lisiecki een optreden van wereldniveau.
Van jeugdorkesten wordt vaak gezegd dat ze nog veel te leren hebben, en dat hun klank niet altijd matuur is. Dat lijkt me ergens wel logisch, maar het Australian Youth Orchestra bewijst al bij de inleiding van het concert met de Ouverture uit Roeslan en Ljoedmila dat het een orkest is van topniveau. Samen met dirigent Urbański, die reeds meerdere malen samen heeft gewerkt met Jan Lisiecki, krijgt het orkest al op voorhand een daverend applaus. Het publiek in Amsterdam heeft zin in een spetterend concert en krijgt meer dan waar voor haar geld. De Ouverture wordt gespeeld met bravoure, en is de ideale opener voor een boeiende concertavond.
Dan is het de beurt aan solist Jan Lisiecki. Met het tweede pianoconcerto van Rachmaninov waagt de pianist zich aan een werk dat vele klassieke muziekliefhebbers kunnen meeneuriën. Een persoonlijke touch is dus nodig om het verschil te maken. En die touch is al merkbaar vanaf de eerste maat. Lisiecki zet het concerto in, pianissimo, zoals het op de partituur staat, en aan een tempo dat de spanningsboog van deze legendarische maten enorm vergroot: de stilte tussen de twee aanslagen van de hele en halve noten in het begin van het stuk is ietwat uitgerokken en wordt bijgevolg zo mysterieus, dat je in het publiek een speld kan horen vallen. Jan Lisiecki slaagt er in van bij de eerste aanslag het publiek te dwingen tot luisteren. En de spanningsboog die hij creëert wordt aangevuld met een orkest een een dirigent die weten waarover het gaat. Dit is pure magie, en die mag niet verloren gaan. De drie delen worden dan ook aaneensluitend gespeeld zonder gekuch en gekreun van mensen in het publiek tussendoor. Ook dat is een keuze die gemaakt wordt door de musici op het podium, en die de intensiteit van het werk enorm vergroot. Lisiecki slaagt erin aan dit werk een lichtheid te geven, zonder dat de samenwerking met het gigantische orkestapparaat verloren gaat. Zijn pianospel is vederlicht, zonder aan robuustheid te verliezen. Dit is een prestatie van topniveau, en ik ben zelden zo meegevoerd geweest in een concerto als tijdens deze avond. Lisiecki speelt de Traümerei uit de Kinderszenen van Schumann als toegift. Een mooi cadeau aan het publiek.
Na de pauze krijgen we de zevende symfonie van Dvořák te horen en die wordt gesmaakt door de bomvolle Grote Zaal van het Concertgebouw. Omdat het orkest op tournee is wordt er zelfs een toegift gespeeld onder de vorm van de Slavische dans in g van Dvořák.
Dit is een concert om nooit te vergeten. Ik hoorde een Rachmaninov als nooit tevoren. Een prachtig duo muzikanten samen met een toporkest, op de warmste dag sinds twee eeuwen.
![]() |
(c) Jan Lisiecki |
Dan is het de beurt aan solist Jan Lisiecki. Met het tweede pianoconcerto van Rachmaninov waagt de pianist zich aan een werk dat vele klassieke muziekliefhebbers kunnen meeneuriën. Een persoonlijke touch is dus nodig om het verschil te maken. En die touch is al merkbaar vanaf de eerste maat. Lisiecki zet het concerto in, pianissimo, zoals het op de partituur staat, en aan een tempo dat de spanningsboog van deze legendarische maten enorm vergroot: de stilte tussen de twee aanslagen van de hele en halve noten in het begin van het stuk is ietwat uitgerokken en wordt bijgevolg zo mysterieus, dat je in het publiek een speld kan horen vallen. Jan Lisiecki slaagt er in van bij de eerste aanslag het publiek te dwingen tot luisteren. En de spanningsboog die hij creëert wordt aangevuld met een orkest een een dirigent die weten waarover het gaat. Dit is pure magie, en die mag niet verloren gaan. De drie delen worden dan ook aaneensluitend gespeeld zonder gekuch en gekreun van mensen in het publiek tussendoor. Ook dat is een keuze die gemaakt wordt door de musici op het podium, en die de intensiteit van het werk enorm vergroot. Lisiecki slaagt erin aan dit werk een lichtheid te geven, zonder dat de samenwerking met het gigantische orkestapparaat verloren gaat. Zijn pianospel is vederlicht, zonder aan robuustheid te verliezen. Dit is een prestatie van topniveau, en ik ben zelden zo meegevoerd geweest in een concerto als tijdens deze avond. Lisiecki speelt de Traümerei uit de Kinderszenen van Schumann als toegift. Een mooi cadeau aan het publiek.
Na de pauze krijgen we de zevende symfonie van Dvořák te horen en die wordt gesmaakt door de bomvolle Grote Zaal van het Concertgebouw. Omdat het orkest op tournee is wordt er zelfs een toegift gespeeld onder de vorm van de Slavische dans in g van Dvořák.
Dit is een concert om nooit te vergeten. Ik hoorde een Rachmaninov als nooit tevoren. Een prachtig duo muzikanten samen met een toporkest, op de warmste dag sinds twee eeuwen.
Reacties
Een reactie posten