Doorgaan naar hoofdcontent

INTERVIEW met Sidi Larbi Cherkaoui - 3 mei en 14 mei 2020 - Antwerpen (via Zoom)

Sidi Larbi Cherkaoui, choreograaf en zoveel meer, is geen onbekende in Antwerpen, en heel ver daarbuiten. Ik vond het dan ook een hele eer om hem te mogen interviewen in deze warrige tijden!

(c) Filip Van Roe

Hoe beleef jij de lockdown?

Ik had me de situatie zoals ze nu is nooit kunnen voorstellen. Mijn werk voor de lockdown was vooral een werk dat zich “in beweging” situeerde, in het “onderweg zijn”. Ook was ik vooral bezig de toekomst voor te bereiden. Dat is nu natuurlijk anders, nu we allemaal thuis moeten blijven en het heden echt onder ogen moeten zien. Via telefoon- en zoomcalls zijn er heel veel vergaderingen en gesprekken met mijn collega’s bij Opera Ballet Vlaanderen om te zien wat we kunnen doen voor elkaar binnen onze sector, hoe we terug aan de slag kunnen, wanneer en op welke veilige manier. We zoeken naar alternatieven, naar nieuwe manieren om met deze onverwachte realiteit om te gaan. De Kunstsector is meer dan alleen de kunstenaar: alle medewerkers in een culturele onderneming hangen van mekaar af: de freelancers, artiesten, technici, de medewerkers van de ticketing, het onderhoudspersoneel, etc. Onze hele infrastructuur, al wat we gewend zijn gaat over samenkomen, fysiek contact en verbindingen; dat ligt nu onder vuur en het is aan ons om te bouwen aan nieuwe perspectieven. Ons publieksbereik verschuift momenteel van het concrete naar het “virtuele”, op internet, websites en sociale media. Het is aan ons als organisatie om hierop in te spelen en om manieren van contact te zoeken die zowel voor onze organisatie als voor het publiek gezond en interessant zijn, tot we terug veilig een theater in mogen stappen.  In feite is het hele productieproces nu in een grote pauze, maar een pauze die niet gepland was. En dat is lastig. In dat opzicht hebben we eigenlijk meer werk dan ooit te voren; het annuleren van voorstellingen die we reeds voor maanden hadden voorbereid vraagt veel zorg, energie en tijd... en daarnaast moeten we ons toch ook nog opnieuw uitvinden én creatief blijven. Vandaar ook de noodzaak die we voelden om #VerbeeldingLeeft! te lanceren. Via deze weg houden we nauw contact met elkaar en ons publiek.

Hetzelfde geldt voor mijn hedendaags gezelschap Eastman dat resident is in DeSingel. Wij hadden voorstellingen in Frankrijk alsook zelfs Spanje, op dat specifiek moment een van de meest getroffen regio’s wat betreft corona. Het was, ook financieel gezien, een erg moeilijke beslissing om onze voorstellingen zo plots te annuleren. Maar uiteraard was het de enige en juiste keuze. Ik ben dankbaar dat onze mensen in goede gezondheid zijn, en dat blijft het allerbelangrijkste. De gezondheid van mensen gaat voor alles, het is uiteindelijk echt het fundament van onze samenleving. In die zin is de lockdown echt essentieel, hoezeer we ook graag terug in de studio aan het werk willen.

Kijken jullie ook rond bij collega’s in verband met de regelingen die jullie nu treffen? Andere gezelschappen zetten ook initiatieven op poten om toch nog in contact met het publiek te blijven, bijvoorbeeld. Geeft jullie dat inspiratie?

Jazeker, het is onze verantwoordelijkheid om voorstellingen voor het publiek te maken!  De mogelijkheid om live voor een publiek te kunnen spelen is ons nu ontnomen. We hebben vrij vroeg alles voor dit seizoen moeten annuleren omdat we uiteraard ook repetitietijd nodig hebben voor onze voorstellingen. Het publiek weet het niet altijd, maar de weken voor een première zijn erg intens. Het is niet mogelijk om op een week tijd bijvoorbeeld een hele voorstelling te realiseren. We werken steeds zo productief mogelijk, maar ik vergelijk het eigenlijk met koken: je kan je eten opwarmen in de microgolfoven, maar dat is niet hetzelfde als wanneer je je saus traag gaat laten garen. Een productie is hetzelfde: je legt een traject af. Het proces dat we nodig hebben voor een creatie is nu zo goed als onbestaande, omwille van de veiligheid en gezondheid die, zoals ik al zei, primordiaal zijn. Wat interessant is, is het feit dat het gemis van een live voorstelling ook wel inspirerend werkt, plots voel je weer hoezeer het ritueel van naar een theater te gaan belangrijk is. 


Uit je uitleg begrijp ik dat je soms jaren op voorhand plannen maakt voor bepaalde voorstellingen. Als je tekent voor een nieuwe creatie, binnen pakweg twee jaar, heb jij dan al op voorhand een beeld in je hoofd, van wat je op de scène wil zien? Zit dat beeld al klaar? Of is dat iets dat geleidelijk aan komt.

Je zou dit eigenlijk kunnen vergelijken met binnenhuisarchitectuur: je krijgt een ruimte ter beschikking die je mag inrichten. Je begint steeds aan een proces, maar je weet niet altijd helemaal waar je uiteindelijk zal uitkomen. Je weet altijd wel waarvan je vertrekt. Als kunstenaar toets ik het eindresultaat altijd aan m'n vertrekpunt. Ik kijk of het oorspronkelijke thema, vertrekpunt, overeenstemt met het eindresultaat. Ik kan pas tevreden zijn als deze twee ideeën niet tegenstrijdig zijn. Als ik mezelf en het oorspronkelijke onderwerp niet meer herken in het eindresultaat, weet ik dat het niet zal werken. 

Soms heb ik visueel wel een duidelijk beeld van hoe iets eruit zou kunnen zien. Toen ik bijvoorbeeld voor "Exhibition" samenwerkte met Tim Van Steenbergen, had Tim al direct bepaalde beelden voor ogen, en door er met hem over te spreken, kwamen we tot een realisatie van beelden die erg dicht bij de vertrekpunten lagen. Het hangt ook van project tot project af. Sommige projecten verrassen me ook, maar soms beantwoordt het ook direct aan een beeld dat ik al in m'n hoofd had. Soms is het ook een combinatie van beiden: vooraf vastliggende beelden met enkele verrassende wendingen “en cours de route”. 

Je kan het ook vergelijken met het werk van een alchemist of schilder: er ontstaat een kleur die je niet verwacht had, maar die wel zo fascinerend is dat je ze wil vasthouden en delen. 

Ik kan mij voorstellen dat je bij je eigen gezelschappen de dansers ondertussen door en door kent, wat het hebben van een beeld over de mogelijkheden en het eindresultaat  vergemakkelijkt, maar wat doe je als door een nieuw gezelschap in bijvoorbeeld New York gevraagd wordt? Ga je op voorhand kijken naar hen om te zien welke dansers ze “in de kuip” hebben?

Ondertussen sta ik al 20 jaar als choreograaf in het vak. Ik begin wel patronen te zien: als ik een nieuwe danser aan het werk zie, denk ik soms terug aan andere dansers die ik ooit zag. Er zijn soms wel “types” dansers, waarvan ik weet of voel wat ik met haar of hem zou kunnen verwezenlijken. Maar sommige dansers blijven mij soms écht verrassen. Werken met dansers is sowieso een interactief en evoluerend gebeuren: toen ik Faun creëerde met James O’Hara, was dat sowieso anders als wanneer ik dat daarna in België bracht met Philipe Lens. Elke danser legt ook iets van zichzelf in het stuk, voegt een stukje toe aan de eeuwige puzzel. Ik vind het boeiend dat er variaties inzitten, verschillen, evoluties, interpretaties. Het daagt me uit dat dansers elk een andere energie creëren en het is een dagdagelijkse oefening om te zien in hoeverre ik de danser moet proberen te begeleiden , of om hen juist authentiek zichzelf te laten zijn. Het is een oefening om de dansers ook zo te beïnvloeden dat hun werk overeenstemt met mijn eigen projecties. De klassieke choreograaf zegt “het is zo en niet anders”, ik kom van een school waar ik geleerd heb om dat te doen, maar na jaren werken heb ik ook vooral geleerd om te luisteren. Ik pendel dus tussen een hele grote gerichtheid, waarin ik instructies geef, maar waar ik ook veel verantwoordelijkheid leg bij de danser. Voor dansers is dat soms verwarrend.  Sommige dansers zeggen me dat ze alleen maar willen doen wat ikzelf in mijn hoofd had, en dan probeer ik “all the way” te gaan, dan kijk ik hoever ik hen kan drijven. Andere dansers hebben nood aan ruimte voor zichzelf. Dat creëert een hele andere dynamiek in de studio! Voor mij is het boeiend als auteur van het werk, om bepaalde woorden gewoon los te laten en sommige dingen gewoon te laten gebeuren. Dit is een proces van loslaten en vastnemen. Ik vind het leuk dat dingen niet volledig lopen zoals ik wil, zodat ik de vrijheid krijg om creatief om te springen met de rare wendingen die het leven ons soms biedt. Het geeft mij hoop in het leven om vast te stellen dat ik nog verrast kan worden! Als dansers mij verrassen op een positieve manier doet mij dat echt veel deugd.

Heb jij bepaalde creatieve rituelen, of patronen, die je in een creatieve staat brengen? Iets dat je doet om je meer vrijheid, meer fantasie te geven? Of sta je elke morgen op met een altijd aanwezige creativiteit?

Creativiteit is eigenlijk een soort van proactief wachten. Het is vooral geduldig zijn met jezelf. Soms moet ik produceren en stel ik vast dat “het” er niet is. Ik ben wel in de studio, maar “het”, noem het inspiratie of creativiteit, is er niet. Het is voor een stuk eigen talent, maar veel hangt af van een bijna magische stimulans van buitenaf. Soms zegt de danser waarmee ik op dat moment werk iets waarvan ik denk: “ja, dat is het!”. Ik ben dan ontvankelijk voor wat zij of hij voelt, ook al voel ik het zelf nog niet. De dag erna is het misschien weer helemaal anders. Het is vallen en opstaan, en wachten op de momenten dat iets opkomt! Soms is de werkelijkheid zelf pijnlijk inspirerend genoeg, en moet je er zelf niet te ver achter zoeken. Neem nu mijn creatie "Mea Culpa", waar de problematiek van de geschiedenis van Congo als kolonie centraal staat, en waarin we vaak als Belg met onszelf in de knoop liggen. Deze thematiek dringt zich gewoon op en ik zoek dan een vorm die verteerbaar is, maar wel open en eerlijk is ook. Het idee dat veertienjarige kinderen water gaan halen voor rijke mensen, is eigenlijk onverteerbaar. Te beseffen dat dit zelfs vandaag nog gebeurt is zo moeilijk te plaatsen. Ik wil dan ook proberen om een energetische en rustige open blik te bieden op zulke pijnlijke realiteiten. Het stelt zo veel in vraag als we het hebben over onze “vooruitgang”.

In die zin is voor mij sociaal geëngageerd zijn een must. Het is geen optie, het is en blijft een must. Het is wat ons mens maakt. Kunst is dan pas mogelijk. Kunst die geen voeling heeft met anderen, met het volk, kan fascinerend zijn, maar vind ik evenzeer soms erg gevaarlijk. We moeten ons constant de vraag stellen hoe we die balans kunnen blijven verwezenlijken. Hoe kunnen we als culturele wereld een beter en genuanceerder beeld geven van en voor onze maatschappij? Het is namelijk zo dat als kunst stilstaat, de maatschappij stilstaat, en vice versa. We moeten ons bewust zijn van deze wisselwerking. Kennis van de nuances in de geschiedenis, van de veranderlijkheid van onze cultuur en van de maatschappij is essentieel. Alles is veranderlijk en alles is afhankelijk, niets staat werklijk op zichzelf. 

Dat kan zich vertalen in architectuur, gebouwen die gerenoveerd worden. Schilderijen zijn altijd een aandenken aan een bepaalde periode.  En zo zijn er ook nu mensen volop aan het “scheppen”, ik denk aan Dimitri Desiron die superrealistisch schildert, of het prachtige installatiewerk van Hans Op de Beeck… misschien zal hun werk binnen 100 jaar een aandenken zijn aan onze tijd, zoals Rubens dat was voor zijn tijd.

Kunst is dus broodnodig?

Ja! Om iets te kunnen begrijpen, om geschiedenis te schrijven moet je kunst maken. Het is niet voor niets dat in het Nazi-Duitsland boeken werden verbrand. Zo kan je cultuur letterlijk in as doen opgaan. Er is geen “heden” meer, je kan geen vergelijking meer maken tussen wie we vandaag zijn en wie we gisteren waren. Daarom hou ik zoveel van kunst. Het is een vorm van herinnering! Dat is bijna poëtisch, en misschien wat letterlijk, maar om mentale gezondheid te behouden is het belangrijk om in contact te komen met kunst. Daarom hebben veel mensen het nu zo moeilijk: mensen gaan op zoek naar kunst: ze kijken Netflix, zoeken een documentaire op, luisteren naar hun favoriete muziek. Het verbaast me soms dat mensen zich zo weinig bewust zijn dat zoveel dingen die we dagdagelijks gebruiken of zien gemaakt zijn door een kunstenaar. Zonder modeontwerper zou ik nu de trui die ik draag niet aanhebben, om maar iets te noemen. Onze interactie met kunst lijkt nu even on hold, maar eigenlijk is het eerder het samenkomen en samen beleven dat we missen, de noodzaak om terug een collectieve wisselwerking met kunst te hebben is groot!

Er is echt een verantwoordelijkheid vanuit de maatschappij, en vanuit de kunstenaars om kunst te promoten. Kunstenaars moeten zichzelf vertrouwen alsook beseffen dat ze wel belangrijk werk verrichten.

Bij Opera en Ballet Vlaanderen speelt men sinds kort meer en meer in op de combinatie van opera en ballet in één voorstelling. Dat lijkt me niet evident!

Het vraagt wel wat coördinatie tussen alle departementen. Het ritme om een dansvoorstelling op te stellen is verschillend van dat van een opera, waardoor je soms in een stroomversnelling terechtkomt als je van het ene medium in het andere stapt. Dans en opera zijn twee lichamen die mekaar kunnen versterken. Het is aan de regisseur om beslissingen te maken: je kan beweging creëren met zangers, maar je kan ook verstilling creëren met dansers. Het is absoluut niet evident omdat de structuren rond de artiesten verschillend zijn. We slagen er wel beter en beter in om deze structuren op mekaar af te stemmen en we beginnen systemen te ontwikkelen die de wisselwerking positief beïnvloeden. Dat geeft mooie resultaten!

Onlangs werd er met recht en reden veel gesproken over jouw prachtige samenwerking met Beyoncé. Heb jij haar nummer in je telefoon staan? 

(lacht luid) Ik heb haar nummer niet in mijn telefoon staan, maar ik heb wel een paar andere popsternummers, al ga ik niet verklappen dewelke! Je mag proberen raden! (lacht)

Jouw project met Beyoncé in het Louvre was echt enorm mooi!

Dat was echt een heel boeiend project om te doen. Wat me gelukkig maakt is het samenwerken met verscheiden soorten kunstenaars, of het nu gaat over theateracteurs, operazangers, balletdansers of popmuzikanten. Ik ben blij dat ik met mijn creaties onderwerpen kan aansnijden die ik belangrijk acht. 
Met Beyoncé was dit ook zo. In het Louvre, waar blanke Europese kunst zo prominent aanwezig is, werken met Amerikaanse artiesten met een donkere huidskleur, ze afbeelden als godinnen, of helden, was erg artistiek bevredigend. Ik wist meteen hoe ik het wilde aanpakken, en ik had heel veel geluk dat de regisseur totaal mee was in wat ik voor ogen had. Op die manier lagen we in de lijn met wat Beyoncé en Jay-Z wilden bereiken en vertellen. Het was een enorm fijne samenwerking.

Ik wens je nog heel veel van die samenwerkingen toe, heel erg bedankt voor jouw kostbare tijd!

Dank je!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Théotime Langlois de Swarte en het Orkest van de achttiende eeuw - donderdag 13 februari 2025 - De Doelen (Rotterdam)

Théotime Langlois de Swarte is al lang geen onbekende meer in het klassieke muziekcircuit. Deze jonge Franse violist staat bekend om zijn haarfijne uitvoeringen, zijn vlekkeloze interpretaties en zijn originaliteit. Het is fantastisch om hem in De Doelen Rotterdam aan het werk te zien als violist, maar ook als dirigent. Beide rollen passen hem als gegoten! (c) Janko Duinker Van originaliteit gesproken: Langlois de Swarte heeft met het Orkest van de achttiende eeuw een prachtig programma uitgedokterd. Het programma bevat vooral muziek van Joseph Bologne, de "Chevalier de St-Georges". Deze weinig bekende componist was de eerste componist van Afrikaanse afkomst die voet aan wal kreeg in het Europese klassieke muziekveld.  We horen voor de pauze werk het vioolconcerto n° 3 van Mozart. Théotime Langlois de Swarte heeft, met de viool in de hand, de leiding over het prachtige Orkest van de achttiende eeuw. De muzikanten voelen zich als een vis in het water bij het prachtige (voor he...

Maria Warenberg, Alexander Warenberg en Nikola Meeuwsen - zondag 30 maart 2025 - Tivolivredenburg Utrecht

In het kader van de zondagconcerten in Tivolivredenburg Utrecht, stelden Maria Warenberg (mezzosopraan), Alexander Warenberg (cello) en Nikola Meeuwsen (piano) een prachtig programma samen. De mooie kamermuziekzaal van Tivolivredenburg, de Hertz-zaal, leent zich perfect voor het trio, dat niet alleen muzikaal maar ook familiaal met elkaar verbonden is. Het is een unieke gelegenheid om deze drie jonge artiesten samen aan het werk te zien! In het recital van de drie jonge toptalenten worden heel wat verrassende componisten ten gehore gebracht. Het concert wordt geopend door Alexander Warenberg met een indrukwekkende uitvoering van de Sarabande uit Bach’s Cellosuite nr. 3. Zijn vertolking is doordrenkt met emotie, wat de diepgang van dit werk alleen maar ten goede komt. Vlak daarna speelt hij samen met Nikola Meeuwsen het Allegro moderato uit Haydns Celloconcert nr. 2. Beide musici tonen hun uitzonderlijke talent: Warenberg slaagt erin de juiste intensiteit voor dit prachtige stuk te vind...

Karen Su en Ruben Plazier in recital - vrijdag 7 februari 2025 - Kamermuziekzaal Concertgebouw Brugge

Het Concertgebouw van Brugge bezit een prachtige kamermuziekzaal. Het was dan ook een erg mooie gelegenheid om hier twee topmuzikanten aan het werk te zien. Karen Su en Ruben Plazier, die al lang een duo vormen en zowel samen als apart de grootste podia aandoen, brengen een prachtig programma, dat voorafgegaan wordt door het optreden van één van hun leerlingen (Su en Plazier hebben zelf een Academie opgericht waar ze jong talent willen helpen in het vergaren van podiumervaring). De jonge violist Lucas Tzeng maakt zijn Europese debuut in Brugge! (c) Karen Su en Ruben Plazier De 10-jarige Lucas Tzeng mag de spits afbijten en voert samen met Ruben Plazier het Präludium en Allegro in de stijl van Pugnani uit. Het werd geschreven door F. Kreisler en is een prachtig werk om aan het publiek te tonen waartoe Lucas Tzeng in staat is. Hij zorgt voor een feilloze uitvoering van het stuk en het publiek reageert enthousiast. We krijgen niet elke dag zo een jong toptalent te zien. Voor mij was het i...