Jan Lisiecki speelt de pianoconcerti van Mendelssohn - dinsdag 29 oktober 2019 - Tonhalle Düsseldorf (Duitsland)
Jan Lisiecki strijkt neer in Düsseldorf aan het begin van zijn tour met het Orpheus Chamber Orchestra. Het is het orkest waarmee hij onlangs heeft samengewerkt voor de opname van de twee pianoconcerti van Mendelssohn. En dat die opname veel gevolg heeft gekregen is niet moeilijk: het is een opname van wereldkwaliteit. Niet alleen omwille van het buitengewoon intelligent pianospel van Jan Lisiecki, maar ook omwille van de wereldkwaliteit van het Amerikaanse orkest.
Het concert in de sfeervolle Tonhalle in Düsseldorf begint met het orkest alleen. Ze spelen een nieuwe compositie van Jessie Montgomery. Het is de Europese première van dit werk. Net zoals bij de meeste hedendaagse composities, duurt het een tijdje voor het werk doordringt. Het is zo een van die dingen die je meermaals zou moeten horen om ze te leren appreciëren. Het werk geeft aan iedere instrumentengroep van het orkest de kans om te excelleren. De gelaagdheid in het orkest is erg groot. Iedere muzikant komt tot zijn recht.
Het Orpheus Chamber Orchestra is speciaal in die zin dat ze altijd werken zonder dirigent, en dat de concertmeester telkens iemand anders is. Bij elk stuk verandert dan ook de opstelling van de muzikanten. Zo blijven ze alert, en ontplooien ze zich op verschillende plaatsen binnen de groep.
Als Jan Lisiecki op het podium komt is het tijd voor de "plat de résistance" van de avond. Hij start met het tweede pianoconcert van Mendelssohn, en neemt daarvan tegelijkertijd de directie op zich. Jan Lisiecki toont zich eens te meer heer en meester achter de piano, en de samenwerking met het orkest is om van te snoepen. De twee partijen zijn zo op mekaar ingespeeld, dat er geen plaats is voor onzuiverheden of fouten. Ze kennen mekaar ondertussen al lang, en ze werken duidelijk heel erg graag samen.
Na de pauze toont het orkest nog een keer wat voor kwaliteit het in huis heeft. In de vierde symfonie van Mendelssohn krijgen we weer die typische gelaagdheid te horen die we terugvinden in dit orkest: elk instrument is duidelijk te onderscheiden van de anderen, maar vormt er toch één homogeen mooi geheel mee.
En dan is er nog het eerste pianoconcerto van Mendelssohn waarvoor Jan Lisiecki maar al te graag terug het podium opkomt. Ongelooflijk samenspel, geminuteerde techniek,... alle kwaliteiten van solist én orkest komen weer bovendrijven. Een streling voor het oor, en een stimulans om dit orkest hopelijk nog vaak aan het werk te horen! Lisiecki gooit er als bis nog de "Song without words" op 67 n°1 van Mendelssohn bovenop. Een pareltje! En alsof dat alles nog niet genoeg is, doet het orkest ook nog een toegift: de Roemeense dansen van Bartók, waaruit blijkt tot wat het orkest in staat is: een uitzonderlijke precisie wordt aan de dag gelegd, waardoor het concert wordt afgesloten met een prestatie van groot formaat.
![]() |
(c) Christian Köstlin/Deutsche Grammophon |
Het Orpheus Chamber Orchestra is speciaal in die zin dat ze altijd werken zonder dirigent, en dat de concertmeester telkens iemand anders is. Bij elk stuk verandert dan ook de opstelling van de muzikanten. Zo blijven ze alert, en ontplooien ze zich op verschillende plaatsen binnen de groep.
Als Jan Lisiecki op het podium komt is het tijd voor de "plat de résistance" van de avond. Hij start met het tweede pianoconcert van Mendelssohn, en neemt daarvan tegelijkertijd de directie op zich. Jan Lisiecki toont zich eens te meer heer en meester achter de piano, en de samenwerking met het orkest is om van te snoepen. De twee partijen zijn zo op mekaar ingespeeld, dat er geen plaats is voor onzuiverheden of fouten. Ze kennen mekaar ondertussen al lang, en ze werken duidelijk heel erg graag samen.
Na de pauze toont het orkest nog een keer wat voor kwaliteit het in huis heeft. In de vierde symfonie van Mendelssohn krijgen we weer die typische gelaagdheid te horen die we terugvinden in dit orkest: elk instrument is duidelijk te onderscheiden van de anderen, maar vormt er toch één homogeen mooi geheel mee.
En dan is er nog het eerste pianoconcerto van Mendelssohn waarvoor Jan Lisiecki maar al te graag terug het podium opkomt. Ongelooflijk samenspel, geminuteerde techniek,... alle kwaliteiten van solist én orkest komen weer bovendrijven. Een streling voor het oor, en een stimulans om dit orkest hopelijk nog vaak aan het werk te horen! Lisiecki gooit er als bis nog de "Song without words" op 67 n°1 van Mendelssohn bovenop. Een pareltje! En alsof dat alles nog niet genoeg is, doet het orkest ook nog een toegift: de Roemeense dansen van Bartók, waaruit blijkt tot wat het orkest in staat is: een uitzonderlijke precisie wordt aan de dag gelegd, waardoor het concert wordt afgesloten met een prestatie van groot formaat.
Reacties
Een reactie posten