In de zeventiende eeuw geraakte het genre van de opera, zoals wij die nu kennen, maar moeilijk van de grond in Engeland. Men bleef er vasthouden aan een soort mengeling van theater en zang. Wij zouden het vandaag "musical" noemen. Purcell is een van de componisten die zich in de wereld van de "dramatic opera" begaf, en zo ontstond The Indian Queen. Purcell heeft deze semi-opera nooit kunnen afmaken omdat hij zeer jong gestorven is, maar niets heeft Guy Cassiers en Emmanuelle Haïm en haar Concert d'Astrée belet om een wervelende en adembenemende productie op poten te zetten waarin The Indian Queen in ere hersteld werd als muzikaal werk. Grondig onderzoek en heel wat artistiek knutselwerk kwamen eraan te pas om het werk de grandeur te geven die het verdient!
(c) Kurt van der Elst |
Ik zat er al lang op te wachten: Emmanuelle Haïm en haar Concert d'Astrée eens live aan het werk horen. Na haar al jaren te volgen op Youtube en andere social media, was ik dan ook erg blij te horen dat zij naar België zouden komen voor de productie van The Indian Queen!
Dat dit een speciale productie is geworden, staat buiten discussie. Doorwinterde operaliefhebbers zijn niet gewend aan al het "gepraat" tussen de aria's door, maar .... hoe verder we terugbladeren in de geschiedenisboeken, hoe meer we vaststellen dat er vroeger best veel aandacht was voor het gesproken woord, ook op het muzikale podium. Cassiers en Haïm behouden trouwens de originele teksten van John Dryden, en dat is een unicum. In veel ensceneringen van The Indian Queen vervangt men deze teksten door hedendaags gebabbel...De ontbrekende muziek, gezien de vroege dood van Purcell, zoeken ze in andere opera's en werken, en zo creëren ze een nieuw meesterwerk.
Het moet gezegd worden: dit is een topprestatie. Zowel de acteurs, als de zangers -die het vreemde en ingewikkelde verhaal interpreteren over de Inca's die Mexico binnenvallen- leveren een wereldprestatie. De schare Britse acteurs (die overigens in Engeland een grote carrière hebben, enkelen van hen zijn bekende tv-figuren) spelen de sterren van het dak, en als doorwinterde leek waan ik me al snel in een soort Shakespeareaans theater. Voor de zang werd niets aan het toeval overgelaten en werden enkel zangers geselecteerd die volledig geknipt zijn voor dit barokke genre.
Barok is overdaad, en dat moet Cassiers ook gedacht hebben toen hij besloot om te gaan werken met enkele grote schermen, die het verhaal (ontdubbeld) uitbeelden. We zien het verhaal een "tweede keer" op deze grote schermen, in barokke kostuums van Tim Van Steenbergen en Mieke Van Buggenhout. De schermen bewegen in alle mogelijke richtingen over het scènebeeld. Het barokke idee van de overdaad is nooit ver weg. De acteurs op de scène daarentegen zijn sober, maar prachtig gekleed, in het zwart, en de clair-obscur effecten, typisch barok natuurlijk, komen zo enorm goed tot hun recht.
Wat een adembenemende productie, deze Indian Queen, ik ben ervan overtuigd dat deze productie een lang leven beschoren is. Feit is dat topkwaliteit altijd komt bovendrijven. Ik ben alleen benieuwd naar wat Purcell nu zelf van het einde van deze "nieuwe opera" zou vinden...
Reacties
Een reactie posten