Toen Händel rond 1709 bejubeld werd omwille van zijn tweede Italiaanse opera, Agrippina, had hij nooit kunnen denken dat 300 jaar later mensen in staat zouden zijn om zijn werk op zo een doordachte en grappige manier te brengen. Régisseuse Marianne Clément, die we nog kennen van onder andere Giasone in de Vlaamse Opera, heeft samen met Julia Hansen het idee opgevat om het plot - dat trouwens vrij ingewikkeld in elkaar zit, en de lotgevallen van keizerin Agrippina en haar omgeving tot in de puntjes uit de doeken doet - te situeren op een filmset, zoals we die kennen uit de jaren 80-feuilletons als Dallas en Dynastie.
En die 10 op 10 krijgt ook Ann Hallenberg, ze zet een weerzinwekkende Agrippina neer: muzikaal evenaart ze de perfectie, en op acteergebied verdient ze een dikke pluim. Dit is het soort Agrippina waar elke regisseur van droomt... bitchy, meedogenloos, maar toch meelijwekkend, in zekere zin. En dat kan ook gezegd worden van Poppea, vertolkt door de Russische Elena Tsallagova. Deze vamp draait het publiek om haar vinger vanaf de eerste minuut van haar verschijning. Poppea ten top gedreven, maar zonder vulgair te worden: zonnecrèmesmerend, commanderend, en liggend in een tuinstoel, zo moet Poppea zijn, en dat heeft Marianne Clément goed begrepen. Op vocaal gebied haalt deze sopraan het onderste uit de kan, en is ze de eerste om een aria-applaus in ontvangst te nemen.
Jammer genoeg is Renata Pokupic, die normaal de rol van Nerone zou vertolken ziek gevallen, en wordt haar rol vertolkt op de scène door regieassistent Marcos Darbyshire (en die doet dat schitterend!) en gezongen aan de pupiter door de Italiaanse Josè Maria Lo Monaco. Wat een prestatie... de Italiaanse wordt dan ook overdonderd door applaus en enthousiaste uitlatingen. Een meer dan waardige vervangster, die we hopen terug te zien in Antwerpen! En dit geldt ook voor Ottone, vertolkt door Kristina Hammarström. Het enige personage met een hart, wordt neergezet met overtuiging en een gezonde dosis inlevingsvermogen. Alle respect voor hopeloze Ottone... maar alles komt goed, zoals het hoort bij Händel.
En daar waar vrouwen de plak zwaaien, zijn ook mannen te vinden. Umberto Chiummo (Claudio) laat hier en daar een nootje vallen. Laat het ons op de vermoeidheid steken. Want al bij al hoort hij ook in het rijtje thuis van de opmerkelijke zangers van deze productie. João Fernandes en José Lemos zetten een geloofwaardig duo lamme goedzakken neer, al is Lemos niet altijd even overtuigend. Een uitschuiver van jewelste tegen het einde van de avond, kost hem punten, wat niet wegneemt dat hij een mooi parcours heeft afgelegd.
Kleinere rollen gaan naar Marija Jokovic (Giunione), die we dit seizoen nog vaker gaan terugzien in Antwerpen en naar Gevorg Grigoryan, een jonge belofte die de rol van Lesbo op zich neemt. Beide zangers trekken zich zeer goed uit de slag.
Een pluim is weggelegd voor de continuo in het orkest. Daar waar het orkest enkele steken laat vallen, maakt de continuo alles goed. Verder is het storend dat bepaalde orkestleden blijkbaar noodzakelijk tegen mekaar moeten beginnen praten tijdens de recitatieven. Begrijpen wie begrijpen kan...
Het bitchgehalte van Agrippina is groot. De omkadering van regisseuse Clément en haar team is doordacht zonder "over the top" te gaan. Een productie die we nog gaan terugzien...
Reacties
Een reactie posten