De voorstelling "East" heeft een grote indruk op me gemaakt. Ze is onderverdeeld in drie choreografieën die alle drie een link hebben met wat wij het (Midden)-Oosten noemen. Er is Kaash van Akram Khan, een in Londen geboren choreograaf met roots in Bangladesh. Als tweede is er Secus, van Ohad Naharin, een Israëlisch choreograaf. De avond wordt afgesloten met het "Requiem" van Sidi Larbi Cherkaoui, de Belgische choreograaf met Marrokaanse roots.
Wat deze drie choreografieën duidelijk allemaal op het agenda hebben staan, is het feit dat ze de nadruk leggen op het verbinden van mensen. Het verbinden door middel van bewegingstaal, het uitdrukken van emoties, het lichamelijk contact.
Bij Kaash komen we binnen in een decor van Anish Kapoor. Deze kunstenaar die ondertussen wereldberoemd is creëert een donkere ruimte die doorloopt tot in het oneindige. We ervaren een "zwart gat". Het doet sterk denken aan Kapoors werk "At the edge of the world" (te bezichtigen in "Het Kanaal", bij Axel Vervoordt, te Wijnegem). Kaash is het eerste grote stuk van Khan. Hij heeft zich laten inspireren door het hindoeïsme, en in het specifiek door Shiva. We krijgen een wervelende opvolging van heel aparte bewegingen te zien. Ondersteund door de muziek van Nitin Sawhney belanden we in een soort trance.
Na Kaash, en een korte pauze is het de beurt aan Ohad Naharins choreografie. Met Secus belanden we in een andere wereld, veel gekleurder en op het eerste zicht "vrolijker" dan die van Kaash. Alle dansers dragen pastelkleurige shirts, en dat geeft een bijzonder mooi totaalbeeld. Ohan Naharin ontwikkelde de danstaal "Gaga", die ondertussen internationaal verspreid is. In het programmaboek lezen we dat "Gaga een manier is om je lichaam te bewegen en een toolbox te ontwikkelen die de dansers toestaat om voorbij zijn of haar limieten te gaan". We merken dat de dansers inderdaad een bijzonder expressieve taal hanteren die we niet dikwijls op die manier tegenkomen. In het stuk Secus zit ook een van de hoogtepunten van de avond: het duet met Philipe Lens en Juliano Nunes: zeer ontroerend, aangrijpend en een knap pamflet dat brandend actueel is, als je het mij vraagt.
Daarna komt het Hermesensemble in de orkestbak zitten onder leiding van Jan Schweiger, voor de uitvoering van het Requiem van Fauré, herwerkt door onze Vlaamse trots Wim Henderickx. Wat we te zien krijgen is adembenemend. Het koor, het kinderkoor en twee solisten van Opera Vlaanderen (Simon Schmidt en Amel Brahim-Jelloul) werken mee aan deze productie. We krijgen een sereen, prachtig gebed te horen én te zien. Het knappe aan dit werk is dat we steeds Fauré blijven horen. Wim Henderickx brengt ode aan een grootmeester! Bijzonder geslaagd, muzikaal, maar ook danstechnisch. Een prachtige choreografie, die hopelijk nog een lang leven beschoren is!
Als ik dit dan zie, ben ik enorm blij dat we zo een tof balletteam hebben in Antwerpen! Bravi!
Wat deze drie choreografieën duidelijk allemaal op het agenda hebben staan, is het feit dat ze de nadruk leggen op het verbinden van mensen. Het verbinden door middel van bewegingstaal, het uitdrukken van emoties, het lichamelijk contact.
Bij Kaash komen we binnen in een decor van Anish Kapoor. Deze kunstenaar die ondertussen wereldberoemd is creëert een donkere ruimte die doorloopt tot in het oneindige. We ervaren een "zwart gat". Het doet sterk denken aan Kapoors werk "At the edge of the world" (te bezichtigen in "Het Kanaal", bij Axel Vervoordt, te Wijnegem). Kaash is het eerste grote stuk van Khan. Hij heeft zich laten inspireren door het hindoeïsme, en in het specifiek door Shiva. We krijgen een wervelende opvolging van heel aparte bewegingen te zien. Ondersteund door de muziek van Nitin Sawhney belanden we in een soort trance.
Na Kaash, en een korte pauze is het de beurt aan Ohad Naharins choreografie. Met Secus belanden we in een andere wereld, veel gekleurder en op het eerste zicht "vrolijker" dan die van Kaash. Alle dansers dragen pastelkleurige shirts, en dat geeft een bijzonder mooi totaalbeeld. Ohan Naharin ontwikkelde de danstaal "Gaga", die ondertussen internationaal verspreid is. In het programmaboek lezen we dat "Gaga een manier is om je lichaam te bewegen en een toolbox te ontwikkelen die de dansers toestaat om voorbij zijn of haar limieten te gaan". We merken dat de dansers inderdaad een bijzonder expressieve taal hanteren die we niet dikwijls op die manier tegenkomen. In het stuk Secus zit ook een van de hoogtepunten van de avond: het duet met Philipe Lens en Juliano Nunes: zeer ontroerend, aangrijpend en een knap pamflet dat brandend actueel is, als je het mij vraagt.
Daarna komt het Hermesensemble in de orkestbak zitten onder leiding van Jan Schweiger, voor de uitvoering van het Requiem van Fauré, herwerkt door onze Vlaamse trots Wim Henderickx. Wat we te zien krijgen is adembenemend. Het koor, het kinderkoor en twee solisten van Opera Vlaanderen (Simon Schmidt en Amel Brahim-Jelloul) werken mee aan deze productie. We krijgen een sereen, prachtig gebed te horen én te zien. Het knappe aan dit werk is dat we steeds Fauré blijven horen. Wim Henderickx brengt ode aan een grootmeester! Bijzonder geslaagd, muzikaal, maar ook danstechnisch. Een prachtige choreografie, die hopelijk nog een lang leven beschoren is!
Als ik dit dan zie, ben ik enorm blij dat we zo een tof balletteam hebben in Antwerpen! Bravi!
Reacties
Een reactie posten