In de 16 en de 17de eeuw was de familie Ruckers uit Antwerpen zowat de belangrijkste producent van klavecimbels, maar ook van een instrument dat voor mij helemaal nieuw was: het virginaal. Het virginaal lijkt op een klavecimbel maar zit anders in mekaar: per noot is er maar één snaar, en de snaren bevinden zich in een rechthoekige klankkast. Oorspronkelijk legden muzikanten het virginaal op hun schoot, pas later werden er "onderstellen" voor gebouwd. De ondertussen wereldvermaarde Jean Rondeau is de geknipte persoon voor een heel intiem laatavondconcert bij AMUZ in het kader van Laus Polyphoniae.
![]() |
(c) Jean Rondeau |
Jean Rondeau speelt voor de gelegenheid op twee instrumenten. Eén van deze twee is een heel opvallend instrument, want het is een zogenaamd "Moeder- en kindvirginaal". Het is een typische uitvinding van de familie Ruckers: het instrument bevat een virginaal én een tweede klavier dat simultaan mee beweegt, en dat eventueel ook gewoon opgeborgen kan worden.
Het programma is opgebouwd rond Engelse componisten/viriginalisten die in Antwerpen zeer bekend werden, zoals Bull en Philips, maar Rondeau speelt ook werken van Vlaamse componisten zoals Cornet. Ik moet zeggen dat deze componisten absoluut nieuw zijn voor mij, maar ik vind het echt een ongelooflijke ontdekking om dankzij Laus Polyphoniae kennis te maken met het viriginaal, en de absoluut kleurrijke muziek die er voor geschreven is. Voor mij was dit concert echt een eye-opener, en net zoals het concert van Stile Antico een stimulans om me meer te verdiepen in de oudere muziek. Wordt ongetwijfeld vervolgd!
Reacties
Een reactie posten