Otello van Rossini wordt niet zo vaak opgevoerd. Op enkele aria's en de ouverture na wordt het werk zelden opgerakeld, maar er is weinig over terug te vinden wat producties betreft. Rossini schreef dit werk op de vooravond van het hoogtepunt van de belcanto. Leuk dus dat de Vlaamse Opera dit werk nog eens op de planken brengt.
Het Shakespeariaanse drama bij uitstek is door Rossini wat aangepast. Ik waag me niet aan de uitleg van de verschillen, enerzijds omdat ik ze niet exact allemaal ken, anderzijds omdat criticasters deze wijzigingen soms wat onnozel vinden. Wat er ook van zij: dat er dood en verderf in de lucht hangt, zover is duidelijk.
Het geheel staat onder leiding van dé Rossinikenner bij uitstek: Alberto Zedda. Zijn 86 lentes doen hem nietsvermoedend opgaan in de muziek. Hij dirigeert het geheel met zeer veel passie. Het applaus op het einde van de voorstelling is dan ook overweldigend. De mise en scène wordt verzorgd door het duo Moshe Leiser en Patrice Caurier. En ze hebben het werk duidelijk netjes verdeeld. Waar we in de eerste acte getuige zijn van een palazzo met ongeveer duizend deuren (waar je na verloop van tijd misschien genoeg van krijgt), bevinden we ons na de pauze in een soort aftands arabisch café. Het lijkt wel een andere productie te zijn.
De eerste acte is van een grote statische aard. Desdemona (Carmen Romeu) en Otello (Gregory Kunde) steken samen met Elmiro (Josef Wagner) boven de rest uit. Josef Wagner is in deze productie de stem waar ik het meest van hou, samen met Carmen Romeu. Josef Wagner is een gevestigde waarde op het podium in Antwerpen. Zijn collega Maxim Mironov (Rodrigo) is de typische belcantostem waar ik zelf niet gek van ben, ik heb hem al gehoord in andere rollen, die hem volgens mij beter lagen.
In de tweede acte wordt het geheel wat levendiger. Uiteraard is het statische karakter van het eerste deel niet altijd te wijten aan de regie, deze muziek is bijzonder moeilijk om te ensceneren, lijkt me. En naargelang het moordzuchtige einde nadert, komt de muziek ook meer op gang.
Ik vind wel dat qua kleuren en kostuums de productie sober maar mooi in elkaar zit. Al heb ik de overgang tussen de twee verschillende werelden misschien niet heel goed begrepen.
Dit was een heel toffe kennismaking met een onbekend en dus ook onbemind werk, maar gelukkig hebben we nu de kans gekregen om het eens te horen! Geslaagd!
![]() |
(c) Vlaamse Opera - Annemie Augustijns |
Het Shakespeariaanse drama bij uitstek is door Rossini wat aangepast. Ik waag me niet aan de uitleg van de verschillen, enerzijds omdat ik ze niet exact allemaal ken, anderzijds omdat criticasters deze wijzigingen soms wat onnozel vinden. Wat er ook van zij: dat er dood en verderf in de lucht hangt, zover is duidelijk.
Het geheel staat onder leiding van dé Rossinikenner bij uitstek: Alberto Zedda. Zijn 86 lentes doen hem nietsvermoedend opgaan in de muziek. Hij dirigeert het geheel met zeer veel passie. Het applaus op het einde van de voorstelling is dan ook overweldigend. De mise en scène wordt verzorgd door het duo Moshe Leiser en Patrice Caurier. En ze hebben het werk duidelijk netjes verdeeld. Waar we in de eerste acte getuige zijn van een palazzo met ongeveer duizend deuren (waar je na verloop van tijd misschien genoeg van krijgt), bevinden we ons na de pauze in een soort aftands arabisch café. Het lijkt wel een andere productie te zijn.
De eerste acte is van een grote statische aard. Desdemona (Carmen Romeu) en Otello (Gregory Kunde) steken samen met Elmiro (Josef Wagner) boven de rest uit. Josef Wagner is in deze productie de stem waar ik het meest van hou, samen met Carmen Romeu. Josef Wagner is een gevestigde waarde op het podium in Antwerpen. Zijn collega Maxim Mironov (Rodrigo) is de typische belcantostem waar ik zelf niet gek van ben, ik heb hem al gehoord in andere rollen, die hem volgens mij beter lagen.
In de tweede acte wordt het geheel wat levendiger. Uiteraard is het statische karakter van het eerste deel niet altijd te wijten aan de regie, deze muziek is bijzonder moeilijk om te ensceneren, lijkt me. En naargelang het moordzuchtige einde nadert, komt de muziek ook meer op gang.
Ik vind wel dat qua kleuren en kostuums de productie sober maar mooi in elkaar zit. Al heb ik de overgang tussen de twee verschillende werelden misschien niet heel goed begrepen.
Dit was een heel toffe kennismaking met een onbekend en dus ook onbemind werk, maar gelukkig hebben we nu de kans gekregen om het eens te horen! Geslaagd!
Reacties
Een reactie posten