Ray Chen, voormalig Koningin Elisabethwedstrijdwinnaar was nog eens in België. En het doet hem duidelijk goed. Deze klassieke "popster", vergezeld van zijn twee bodyguards, speelt een mooie Mendelssohn met het Brussels Philharmonic Orchestra. Daarna volgt de indrukwekkende eerste symfonie van Brahms, die ik nog nooit volledig gehoord had. Interessante concertavond dus, al was ik lang niet overtuigd van de kwaliteiten van het orkest.
Het concert wordt geopend met een betekenisloos stuk muziek, zoals dat vaak gaat. Als "opener" kiest men iets kort, maar niet per se mooi. Zoals deze avond dus. Een of andere Italiaanse componist is aan de beurt, en het publiek is nu al vergeten wat het gehoord heeft.
Daarna kom Ray Chen ten tonele. Een verademing. Ik heb veel sympathie voor deze violist, die ook heel wat tegenstanders kent. Ik vind dat hij een mooi evenwicht vindt in zijn vioolspel, al is het waar dat het orkest hem soms overstemt. Maar dat ligt aan de dirigent, niet aan de violist. Hij speelt een mooie cadens en gaat vlotjes door naar het einde, zonder zwaktes. Een mooie prestatie! Het orkest, echter, is plat. "Zoals een punaise", zou Apollinaire zeggen. Ik concentreer mij op de solist, en geniet evenzeer van zijn twee encores: Bach, en de 21ste capriccio van Paganini. Hier toont Ray Chen tot wat hij in staat is!
En het orkest blijft plat bij de Brahms. Een gemiste kans voor maestro Tabachnik, zou ik zo zeggen. En een gemiste kans voor een ongediscplineerd publiek dat applaudisseert aan de lopende band. Het doet de hele symfonie in duigen vallen.
![]() |
(c) Chris Dunlop |
Daarna kom Ray Chen ten tonele. Een verademing. Ik heb veel sympathie voor deze violist, die ook heel wat tegenstanders kent. Ik vind dat hij een mooi evenwicht vindt in zijn vioolspel, al is het waar dat het orkest hem soms overstemt. Maar dat ligt aan de dirigent, niet aan de violist. Hij speelt een mooie cadens en gaat vlotjes door naar het einde, zonder zwaktes. Een mooie prestatie! Het orkest, echter, is plat. "Zoals een punaise", zou Apollinaire zeggen. Ik concentreer mij op de solist, en geniet evenzeer van zijn twee encores: Bach, en de 21ste capriccio van Paganini. Hier toont Ray Chen tot wat hij in staat is!
En het orkest blijft plat bij de Brahms. Een gemiste kans voor maestro Tabachnik, zou ik zo zeggen. En een gemiste kans voor een ongediscplineerd publiek dat applaudisseert aan de lopende band. Het doet de hele symfonie in duigen vallen.
Reacties
Een reactie posten