Anton Rubinstein, die leefde op het einde van de 19de eeuw, schreef Demon. Het was in die tijd een van de meest populaire opera's ooit opgevoerd. Deze opera staat nog vaak geprogrammeerd in Rusland, maar in West-Europa is het een zeer weinig opgevoerd werk. Reden te meer voor De Munt om deze opera (concertant) uit te voeren.
Demon, de gevallen engel, is het hoofdpersonage van de opera in kwestie. Hij wordt verliefd op de mooie Tamara, een aards meisje, maar die liefde redt hem niet. Hij blijft een gekwelde ziel voor eeuwig. Deze thematiek zien we, naargelang de traditie, vaak terugkeren.
Voor deze productie zijn veel mensen nodig. Een zeer groot koor, een voltallig orkest, en zowat 8 solisten. Deze solisten hebben een zware taak, want de partijen zijn veeleisend. Alleen al uitkomen boven het gigantische orkest is niet van de poes.
Twee stemmen vallen op: Kostas Smoriginas is een grote stem die Demon zingt met verve. Zijn Tamara, gezongen door Veronika Dhzioeva, vult de volledige zaal alsof het niets is.
Of ik overtuigd ben van dit werk weet ik niet. Desondanks de vele coupures die al zijn doorgevoerd betrap ik mij op enkele onoplettende momenten. Het is een werk om te herbeluisteren, en misschien zie ik dan het licht. Dit neemt echter niet weg dat ik wel begrijp waarom het stuk zo vaak wordt opgevoerd. Imponerend is het bij momenten, zeker wel.
![]() |
(c) Kostas Smoriginas |
Demon, de gevallen engel, is het hoofdpersonage van de opera in kwestie. Hij wordt verliefd op de mooie Tamara, een aards meisje, maar die liefde redt hem niet. Hij blijft een gekwelde ziel voor eeuwig. Deze thematiek zien we, naargelang de traditie, vaak terugkeren.
Voor deze productie zijn veel mensen nodig. Een zeer groot koor, een voltallig orkest, en zowat 8 solisten. Deze solisten hebben een zware taak, want de partijen zijn veeleisend. Alleen al uitkomen boven het gigantische orkest is niet van de poes.
Twee stemmen vallen op: Kostas Smoriginas is een grote stem die Demon zingt met verve. Zijn Tamara, gezongen door Veronika Dhzioeva, vult de volledige zaal alsof het niets is.
Of ik overtuigd ben van dit werk weet ik niet. Desondanks de vele coupures die al zijn doorgevoerd betrap ik mij op enkele onoplettende momenten. Het is een werk om te herbeluisteren, en misschien zie ik dan het licht. Dit neemt echter niet weg dat ik wel begrijp waarom het stuk zo vaak wordt opgevoerd. Imponerend is het bij momenten, zeker wel.
Reacties
Een reactie posten