Arcadi Volodos, een naam die klinkt als een klok, althans in de pianowereld, was nog eens te gast in de Brusselse Bozar. Bij aankomst merkte ik dat het publiek anders was dan anders. Het leek wel of het halve Conservatorium van Brussel was opgedaagd om iets te leren van deze grootmeester. Het gaf een fijn gevoel zoveel jongeren te zien in de concertzaal. En gelijk hebben ze. De kwaliteit van dit recital had iets "ongehoord". Ik had Volodos al wel gehoord op youtube of op cd, maar hem in realiteit bezig horen, heeft toch een extra dimensie.
Wat direct opvalt aan het programma is dat Volodos kiest voor een oerdegelijk klassiek programma. Geen verrassingen, maar wel ongeëvenaarde kwaliteitsmuziek. Hij vangt aan met Schuberts Sonate voor piano, D279 en de Allegretto D346. Achteruitgeleund tegen zijn keukenstoel getuigt Volodos van opperste concentratie en klankkleuren. De pianoklank komt volledig tot haar recht!
Daarna komt Brahms: 6 Klavierstücke op. 118. Ronduit prachtige muziek. De laatste maten van dit gedeelte van het programma zinderen door tot in de pauze. Wat een stil pianospel, zonder te vervallen in leegte. Het is een ware streling voor het oor.
Na de pauze: Schumann. Deze componist wordt niet als de gemakkelijkste ervaren bij pianisten. Zijn Carnaval is zenuwtergend moeilijk, alsook zijn Fantasie, op.17. Volodos kiest voor deze Fantasie na het spelen van de Kinderscenen die op enthousiast bravogeroep van het publiek onthaald worden. De Fantasie is een uiterst moeilijke compositie waar Volodos zich bijna vlekkeloos doorheen worstelt. De sprongen die de pianist moet maken zijn wel echt heel groot.
Volodos trakteert het publiek op maar liefst vier toegiften waarin hij vooral opvalt met een van zijn eigen transcripties. Dat is nu echt iets wat hij alleen kan.
Een toprecital, zo mogen er meer volgen. Al blijkt het publiek niet opgewassen tegen "stilte". Bij het minste wordt er gefluisterd, gehoest en worden op cruciale momenten in de muziek doosjes Strepsils opengemaakt met veel lawaai. En neen, het waren niet de jongeren in de zaal die amok maakten. Zij zaten met open mond en met kippenvel te luisteren naar al dat moois...
![]() |
(c) Arcadi Volodos |
Wat direct opvalt aan het programma is dat Volodos kiest voor een oerdegelijk klassiek programma. Geen verrassingen, maar wel ongeëvenaarde kwaliteitsmuziek. Hij vangt aan met Schuberts Sonate voor piano, D279 en de Allegretto D346. Achteruitgeleund tegen zijn keukenstoel getuigt Volodos van opperste concentratie en klankkleuren. De pianoklank komt volledig tot haar recht!
Daarna komt Brahms: 6 Klavierstücke op. 118. Ronduit prachtige muziek. De laatste maten van dit gedeelte van het programma zinderen door tot in de pauze. Wat een stil pianospel, zonder te vervallen in leegte. Het is een ware streling voor het oor.
Na de pauze: Schumann. Deze componist wordt niet als de gemakkelijkste ervaren bij pianisten. Zijn Carnaval is zenuwtergend moeilijk, alsook zijn Fantasie, op.17. Volodos kiest voor deze Fantasie na het spelen van de Kinderscenen die op enthousiast bravogeroep van het publiek onthaald worden. De Fantasie is een uiterst moeilijke compositie waar Volodos zich bijna vlekkeloos doorheen worstelt. De sprongen die de pianist moet maken zijn wel echt heel groot.
Volodos trakteert het publiek op maar liefst vier toegiften waarin hij vooral opvalt met een van zijn eigen transcripties. Dat is nu echt iets wat hij alleen kan.
Een toprecital, zo mogen er meer volgen. Al blijkt het publiek niet opgewassen tegen "stilte". Bij het minste wordt er gefluisterd, gehoest en worden op cruciale momenten in de muziek doosjes Strepsils opengemaakt met veel lawaai. En neen, het waren niet de jongeren in de zaal die amok maakten. Zij zaten met open mond en met kippenvel te luisteren naar al dat moois...
Reacties
Een reactie posten