Voor een opvoering als die van The Kingdom is zeer veel volk nodig. Het voltallige orkest wordt aangevuld met vier solisten, en een groot koor. In dit geval werden het Vlaams Radio Koor en het Groot Omroepkoor uit Nederland samengevoegd. Dirigent van dienst was Martyn Brabbins, die we al eerder aan het werk zagen met deFilharmonie, en die in allerijl de zieke Edo de Waart moest vervangen. Dit is geen gemakkelijke klus, maar gezegd moet dat hij taak zeer goed volbracht heeft!
Het oratorium is opgesteld in vijf delen en is zoals gezegd gebaseerd op Bijbelcitaten. Na de Prelude komen we terecht in het 'Laatste Avondmaal'. Daar keren we naar terug in het vijfde deel. Daartussen, in de drie andere delen, wordt verhaald hoe de lamme weer gaat lopen, en hoe de vurige tongen zich verspreid hebben over de mensen tijdens Pinksteren. Met andere woorden: het hele stuk is werkelijk doordrongen van de christelijke symboliek, dat is uiteindelijk wat van dit werk een oratorium maakt. Er wordt afgesloten met het Onze Vader. Het moet gezegd: dit is een werk van buitengewone kwaliteit. Na Elgars Dream of Gerontius zorgt deFilharmonie alsof het niets is voor een bedwelmende avond muziek.
Het Vlaams Radio Koor versterkt voor de gelegenheid het Groot Omroepkoor. Het geheel is vormt een stevige koorklank. De solisten leveren ook zeer mooi werk. Ik heb een boon voor mezzosopraan Elizabeth Deshong en bariton Jeremy Carpenter. Twee zeer stevige stemmen met een enorm inlevingsvermogen. Aan hun palmares is te zien dat zij behoren tot de wereldtop. Ook sopraan Edith Haller staat haar mannetje. Ze zong al verscheidene Wagnerrollen en dat hoor je direct aan haar stem. Tenor John Daszak geeft een vrij dominante indruk naar het publiek toe. Zijn stem is stevig maar in de hoogte niet altijd even zuiver.
Opvallend is dat Brabbins enorm veel moeite doet om het orkest en koor in te tomen naar de solisten toe. Dat is uiteraard te begrijpen, maar soms valt het te hard op, vooral in passages die naar mijn gevoel veel luider mogen zijn. Daarbij moet wel worden toegevoegd dat Elgar in zijn partituur verwacht dat solisten én koor samen moeten zingen, op bepaalde plaatsen, waardoor dirigenten waarschijnlijk willen dat de solisten toch boven de rest uit komen.
Besluit is dat Brabbins en zijn team een topprestatie hebben geleverd waarbij we enkele unieke stemmen aan het werk hebben kunnen horen, en dat allemaal zo vlak bij huis. We zijn weer "met ons gat in de boter gevallen". Hopelijk zorgt deFilharmonie voor een cd-opname. Mijn cd-speler staat alvast klaar!
Het oratorium is opgesteld in vijf delen en is zoals gezegd gebaseerd op Bijbelcitaten. Na de Prelude komen we terecht in het 'Laatste Avondmaal'. Daar keren we naar terug in het vijfde deel. Daartussen, in de drie andere delen, wordt verhaald hoe de lamme weer gaat lopen, en hoe de vurige tongen zich verspreid hebben over de mensen tijdens Pinksteren. Met andere woorden: het hele stuk is werkelijk doordrongen van de christelijke symboliek, dat is uiteindelijk wat van dit werk een oratorium maakt. Er wordt afgesloten met het Onze Vader. Het moet gezegd: dit is een werk van buitengewone kwaliteit. Na Elgars Dream of Gerontius zorgt deFilharmonie alsof het niets is voor een bedwelmende avond muziek.
Het Vlaams Radio Koor versterkt voor de gelegenheid het Groot Omroepkoor. Het geheel is vormt een stevige koorklank. De solisten leveren ook zeer mooi werk. Ik heb een boon voor mezzosopraan Elizabeth Deshong en bariton Jeremy Carpenter. Twee zeer stevige stemmen met een enorm inlevingsvermogen. Aan hun palmares is te zien dat zij behoren tot de wereldtop. Ook sopraan Edith Haller staat haar mannetje. Ze zong al verscheidene Wagnerrollen en dat hoor je direct aan haar stem. Tenor John Daszak geeft een vrij dominante indruk naar het publiek toe. Zijn stem is stevig maar in de hoogte niet altijd even zuiver.
Opvallend is dat Brabbins enorm veel moeite doet om het orkest en koor in te tomen naar de solisten toe. Dat is uiteraard te begrijpen, maar soms valt het te hard op, vooral in passages die naar mijn gevoel veel luider mogen zijn. Daarbij moet wel worden toegevoegd dat Elgar in zijn partituur verwacht dat solisten én koor samen moeten zingen, op bepaalde plaatsen, waardoor dirigenten waarschijnlijk willen dat de solisten toch boven de rest uit komen.
Besluit is dat Brabbins en zijn team een topprestatie hebben geleverd waarbij we enkele unieke stemmen aan het werk hebben kunnen horen, en dat allemaal zo vlak bij huis. We zijn weer "met ons gat in de boter gevallen". Hopelijk zorgt deFilharmonie voor een cd-opname. Mijn cd-speler staat alvast klaar!
Reacties
Een reactie posten