Muziek kan troost bieden. Troost in moeilijke tijden. En zo geschiedde: het Chamber Orchestra of Europe, één van de meest toonaangevende kamerorkesten in de wereld, deed er alles aan, om de dag na hun optreden in Parijs en na de aanslagen in de luchthaven van Zaventem, in DeSingel te geraken, en tegen alle angst en onzekerheid in, toch op het podium te komen. Hun chef van dienst, Antonio Pappano betreedt het podium en houdt eraan om voor hij begint een moment van ijzingwekkende stilte te houden.
Het concert wordt geopend met een korte symfonie van Mozart, nummer 25, die meteen de toon zet voor de rest van de avond. Het is een bijzonder precieze en gedetailleerde uitvoering, waarbij de gelaagdheid binnen het orkest enorm opvalt. Pappano, uiteraard een van de besten van het moment heeft er geen moeite mee om het orkest op te tillen naar het hoogste niveau.
Daarna is hoboïst François Leleux aan de beurt met het moeilijke concerto voor hobo en orkest van Strauss. Hij is in staat om het publiek stil te krijgen met deze onconventionele muziek, en iedereen in de zaal voelt dat dit een uitvoering is van wereldkwaliteit. Als bisnummer speelt Leleux samen met het orkest, ter nagedachtenis van de actuele gebeurtenissen, een bewerking van een cantate van Bach. Enig!
Na de pauze speelt het orkest de zeer bekende Pavane van Fauré, en de symfonie in C van Bizet. Deze symfonie was mij totaal onbekend, ik wist zelfs niet eens dat Bizet een symfonie geschreven had. Het is in elk geval een kolfje naar de hand van Pappano en zijn orkestleden. Het slotapplaus liegt er niet om: dit was een bijzondere avond, op alle gebied. Het orkest speelt nog enkele bisnummers: de muziek van de aria Près des remparts de Séville uit Carmen van Bizet, de ouverture van Le nozze di Figaro van Mozart.
Dit was een concert uit de duizend, een waarvan de betekenis niet genoeg kan benadrukken dat muziek mensen samenbrengt en niet verdeelt.
![]() |
(c) Antonio Pappano |
Het concert wordt geopend met een korte symfonie van Mozart, nummer 25, die meteen de toon zet voor de rest van de avond. Het is een bijzonder precieze en gedetailleerde uitvoering, waarbij de gelaagdheid binnen het orkest enorm opvalt. Pappano, uiteraard een van de besten van het moment heeft er geen moeite mee om het orkest op te tillen naar het hoogste niveau.
Daarna is hoboïst François Leleux aan de beurt met het moeilijke concerto voor hobo en orkest van Strauss. Hij is in staat om het publiek stil te krijgen met deze onconventionele muziek, en iedereen in de zaal voelt dat dit een uitvoering is van wereldkwaliteit. Als bisnummer speelt Leleux samen met het orkest, ter nagedachtenis van de actuele gebeurtenissen, een bewerking van een cantate van Bach. Enig!
Na de pauze speelt het orkest de zeer bekende Pavane van Fauré, en de symfonie in C van Bizet. Deze symfonie was mij totaal onbekend, ik wist zelfs niet eens dat Bizet een symfonie geschreven had. Het is in elk geval een kolfje naar de hand van Pappano en zijn orkestleden. Het slotapplaus liegt er niet om: dit was een bijzondere avond, op alle gebied. Het orkest speelt nog enkele bisnummers: de muziek van de aria Près des remparts de Séville uit Carmen van Bizet, de ouverture van Le nozze di Figaro van Mozart.
Dit was een concert uit de duizend, een waarvan de betekenis niet genoeg kan benadrukken dat muziek mensen samenbrengt en niet verdeelt.
Reacties
Een reactie posten