Dit werk, dat volledig doorgecomponeerd is en dus een echte rollercoaster van opeenvolgende motieven en elementen bevat, is een werk dat soms aan Wagner doet denken. Het is duidelijk waar Zemlinsky zijn mosterd heeft gehaald, zonder te imitatief op te treden. Er zit wel duidelijk een eigen inbreng in zijn muziek, waarvan, het moet gezegd, de moeilijkheidsgraad hoog ligt. Dmitri Jurowski is duidelijk in zijn element bij het dirigeren van deze partituur. Het orkest is in goede vorm.
En wie er nog schittert, zijn de zangers. Ze zetten topprestaties neer. Top, omdat dit werk zo weinig is opgevoerd dat er weinig voorbeelden of aanknopingspunten zijn. De zangers zijn dus voor een groot stuk op zichzelf aangewezen. En dat werpt in dit geval zijn vruchten af. Dmitri Golovnin is een indrukwekkende Kandaules. Mede dankzij het decor projecteert zijn stem recht de zaal in. Een groot volume bereikt onze oren, net zoals sopraan Elisabet Strid die op haar best is in de hoge noten van de partituur. Wat een adembenemende sopraan! Gidon Saks schittert als Gyges.
Over de regie van Andrij Zholdak valt veel te zeggen. Of ook niet, want het is een staaltje absurd theater waarbij het publiek van de ene verbazing in de andere valt. We kijken in het hoofd van de personages en zien wat ze denken, en we keren eveneens terug naar wat gebeurde vóór de feiten waarover de opera gaat. Zholdak situeert het verhaal in een huis, waar elke kamer zijn functie heeft. Veel blijft er echter niet over eind staan, want hoe meer we het einde van de opera naderen, hoe meer we in contact komen met het verval en de decadentie van de mini-samenleving in het huis.
Opmerkelijk detail: het kruisbeeld dat aan de muur genageld hangt is het rekwisiet dat het langste standhoudt, maar er uiteindelijk ook moet aan geloven. Dat de scène een stort is op het einde van de voorstelling, is een understatement. En dat een San Severia meer is dan een plant die dient als gordijn voor een raam, is mij ook duidelijk geworden.
Dit is een productie die je om muzikale en theatrale redenen moet gezien hebben. Al wordt er wel aangeraden om niet té ver na te proberen denken over de link tussen beeld en geluid! Absoluut de moeite!
En wie er nog schittert, zijn de zangers. Ze zetten topprestaties neer. Top, omdat dit werk zo weinig is opgevoerd dat er weinig voorbeelden of aanknopingspunten zijn. De zangers zijn dus voor een groot stuk op zichzelf aangewezen. En dat werpt in dit geval zijn vruchten af. Dmitri Golovnin is een indrukwekkende Kandaules. Mede dankzij het decor projecteert zijn stem recht de zaal in. Een groot volume bereikt onze oren, net zoals sopraan Elisabet Strid die op haar best is in de hoge noten van de partituur. Wat een adembenemende sopraan! Gidon Saks schittert als Gyges.
Over de regie van Andrij Zholdak valt veel te zeggen. Of ook niet, want het is een staaltje absurd theater waarbij het publiek van de ene verbazing in de andere valt. We kijken in het hoofd van de personages en zien wat ze denken, en we keren eveneens terug naar wat gebeurde vóór de feiten waarover de opera gaat. Zholdak situeert het verhaal in een huis, waar elke kamer zijn functie heeft. Veel blijft er echter niet over eind staan, want hoe meer we het einde van de opera naderen, hoe meer we in contact komen met het verval en de decadentie van de mini-samenleving in het huis.
Opmerkelijk detail: het kruisbeeld dat aan de muur genageld hangt is het rekwisiet dat het langste standhoudt, maar er uiteindelijk ook moet aan geloven. Dat de scène een stort is op het einde van de voorstelling, is een understatement. En dat een San Severia meer is dan een plant die dient als gordijn voor een raam, is mij ook duidelijk geworden.
Dit is een productie die je om muzikale en theatrale redenen moet gezien hebben. Al wordt er wel aangeraden om niet té ver na te proberen denken over de link tussen beeld en geluid! Absoluut de moeite!
Reacties
Een reactie posten